Binnen de huidige begroting zijn de volgende dekkingsmaatregelen geïnventariseerd:
Bedragen x € 1.000 | |||||
Dekkingsmaatregelen | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
1. | Regeerakkoord (schatting) | 8.000 | 8.000 | 8.000 | p.m. |
2. | Meicirculaire 2022 | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. |
3. | Septembercirculaire 2022 | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. |
4. | Rijksbudget jeugd | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. |
5. | Budgetneutraal indexeren | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. |
6. | Bezuinigingen | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. |
7. | Extra groeiambitie | p.m. | p.m. | ||
8. | OZB raming niet-woningen | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. |
9. | Verhoging tarief OZB | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. |
10. | Uitgifte gronden (DKIV) in erfpacht | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. |
11. | Verhoging tarief toeristenbelasting | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. |
Totaal | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 0 |
1. Regeerakkoord
Het nieuwe kabinet heeft een regeerakkoord opgesteld. Veel financiële ontwikkelingen zijn echter nog onzeker en worden (op z'n vroegst) pas in de Meicirculaire 2022 verder uitgewerkt. Hoewel de gemeente er de eerste jaren wat middelen bij krijgen is het beeld op de lange termijn niet rooskleurig. In 2026 is een sterke daling van de rijksinkomsten voorzien. Het accres gaat in 2026 fors naar beneden omdat de trap-op trap-af systematiek wordt losgelaten. Bovendien wordt in 2026 de tot en met 2025 'bevroren' opschalingskorting weer volledig ingevoerd. Per saldo ontstaat er waarschijnlijk dan vanaf 2026 een forse negatieve reeks. Dat is bijzonder omdat het laatste jaar van de gemeentelijke meerjarenramingen een formeel toetsjaar is voor de provinciaal toezichthouder.
Het Rijk breekt hiermee met bestaande financierings-afspraken met gemeenten. Tot op heden geeft het Rijk alleen aan dat gesproken kan worden over een eventuele uitbreiding van het lokaal belastinggebied. Er wordt immers over die uitbreiding gesproken met ingang van 2026, helaas zonder een causaal verband te leggen tussen dalende rijksinkomsten en stijgende gemeentelijke belastingen. De minister van Binnenlandse Zaken heeft meegedeeld dat ‘om een stabielere financiering voor de medeoverheden te realiseren en hun autonomie te vergroten, in de komende jaren een nieuwe financieringssystematiek voor de periode na 2025 wordt uitgewerkt, waarbij de mogelijkheid voor een groter eigen belastinggebied wordt betrokken. De minister heeft over het hoofdlijnenakkoord toegezegd vóór de zomer met een zogenaamde Contourennota te komen.
Op 6 april heeft het Rijk een Maartbrief gepubliceerd. Deze brief geeft een eerste beeld van de gevolgen voor individuele gemeenten (en provincies) door een financiële implicatie te geven van de reeksen accres en opschalingskorting op basis van de stand van het coalitieakkoord. Via de Meicirculaire worden we geïnformeerd over de actualisatie van het accres en zal meer inzicht worden gegeven in andere posten uit het coalitieakkoord die voor gemeenten relevant zijn.
Het nieuwe kabinet heeft besloten door te gaan met de voorgestelde herijking van het verdeelstelsel. De inwerkingtreding is per 1 januari 2023 en reeds verwerkt in de Maartbrief. Besloten is een ingroeipad van 3 jaar te hanteren, waarbij het eerste jaar maximaal € 7,5 per inwoner verrekend wordt en in 2024 en 2025 € 15 per inwoner. De invoering van het nieuwe model wordt tijdig geëvalueerd en aan de hand van deze evaluatie zal besloten worden over het traject 2026 en verder. Op basis van de cijfers 2019 verwachtte Dordrecht een negatief effect van € 26 per inwoner. De belangrijkste reden voor de daling is dat het aantal inwoners een nog belangrijker maatstaf wordt in het nieuwe verdeelmodel. Zichtbaar in deze reeks is dat het aantal inwoners van Dordrecht de afgelopen 10 jaar nauwelijks is gegroeid, in tegenstelling tot nagenoeg alle andere 100.000+ gemeenten in het land. Het definitieve effect van deze herverdeling is helaas niet te herleiden uit de Maartbrief.
Omdat Dordrecht werkt met constante prijzen en een constant areaal is alleen het eerste jaar uit de regeerakkoord c.q. Maartbrief structureel verwerkt in de kaderbrief. Omdat voor 2026 het beeld nog zeer onzeker is, is ervoor gekozen hier geen bedrag maar een p.m. op te nemen.
2. Meicirculaire 2022
De Meicirculaire 2022 verschijnt eind mei. Met een raadinformatiebrief of raadsvoorstel wordt het effect op de Kaderbrief 2023 in beeld gebracht.
3. Septembercirculaire 2022
In de Begroting 2023 verwerken wij, in lijn met voorgaande jaren, ook de komende Septembercirculaire 2022.
4. Rijksbudget Jeugd
Vanaf 2024 verlaagt het Rijk de bijdrage in de tekorten voor de jeugdzorg met € 100 miljoen en met € 500 miljoen voor 2025 en verder. Het Rijk verwacht dat de gemeenten deze extra besparing kunnen realiseren. Aangezien er volop werd gewerkt aan de hervormingsagenda Jeugd en de te realiseren besparingen allerminst zeker zijn, is het zeer bijzonder dat het Rijk daar bovenop met een extra korting komt. Vandaar ook de resolutie van de VNG om de hervormingsagenda op te schorten. Als er rekening wordt gehouden met de oplopende korting tot € 500 miljoen leidt dat tot een negatieve reeks in de laatste begrotingsjaren, indien de korting niet direct aan de uitgavenkant wordt verminderd.
5. Budgetneutraal indexeren
Het indexeren van budgetten is nodig om de koopkracht op peil te houden. In het gemeentefonds is in principe ruimte aanwezig om indexatie toe te passen. Het streven is deze indexatie budgetneutraal uit te voeren. De budgettaire ruimte die vanuit het gemeentefonds beschikbaar is om te indexeren, is nog niet bekend. Er kan bij de Begroting 2023 voor worden gekozen ter hoogte van een eventueel nadeel geen prijsindexatie op materiële budgetten toe te passen, met als resultaat budgetneutrale indexering.
6. Bezuinigingen
Er zijn in deze Kaderbrief 2023 geen bezuinigingsvoorstellen opgenomen.
7. Extra groeiambitie
De stijging van de algemene uitkering en de OZB-inkomsten woningen die horen bij de bouw van 4.000 woningen (tot en met 2024) zijn reeds verwerkt in de meerjarenbegroting. Na 2024 wordt doorgebouwd. De inkomstenstijging die daarbij hoort heeft nog geen plaats gekregen in 2025 en 2026. Ook werken wij tot op heden niet met een stijging die gerelateerd is aan het aantal inwoners (er is de afgelopen periode ook nog geen sprake geweest van een groei op dat gebied). Groei leidt overigens alleen tot een hogere financiële bijdrage van het Rijk indien Dordrecht harder groeit dan gemiddeld. Dezelfde middelen worden namelijk gedeeld met alle gemeenten in Nederland.
8. OZB-raming niet-woningen
De uitgifte en bebouwing van bedrijfsgronden op onder andere DKIV leidt tot een toename van het areaal waarop OZB wordt geheven. De WOZ-waarden bevatten steeds het bestaande areaal (inclusief gerealiseerde areaalmutaties) uit de CBS-beschikking. Daarnaast vinden nog aanvullende ramingen plaats vanwege het tijdsverschil tussen beschikking en begrotingsopstelling. De nog door te rekenen effecten worden verwerkt in de Begroting 2023.
9. Verhoging tarief OZB
In deze kaderbrief is geen aanvullende OZB verhoging verwerkt.
10. Uitgifte gronden (DKIV) in erfpacht
In plaats van verkoop van grond kan ook grond in erfpacht worden uitgegeven. Dit leidt tot lagere winst en een in de toekomst lagere reserve Grondbedrijf (weerstandsvermogen), maar tot een structurele verhoging van het begrotingssaldo in de exploitatie.
11. Verhoging tarief toeristenbelasting
In deze kaderbrief is geen aanvullende verhoging van de toeristenbelasting verwerkt.