De indexatie van de inkomsten in de begroting valt uiteen in twee onderdelen. Het eerste onderdeel bevat de indexatie met een effect op het begrotingssaldo (gemeentefonds en ongebonden heffingen). Het tweede gedeelte bevat de indexatie van de onderdelen die geen effect hebben op de exploitatie (gebonden heffingen).
Onderdeel I: Effect op het begrotingssaldo
1. Beschikbaar stellen budgetten voor prijscompensatie 2023 vanuit circulaires
De begroting van de gemeente is opgebouwd in constante prijzen. Dit betekent dat het budget van jaar t+1 (2023) niet is verhoogd voor inflatie ten opzichte van jaar t (2022). In het onderdeel 'indexaties' worden de lasten en de baten verhoogd met inflatiepercentages die horen bij het jaar 2023. Onderdeel van deze aanpassing betreft het laten vrijvallen van de bedragen die beschikbaar zijn voor loon- en prijscompensatie in 2023 vanuit de laatst bekende circulaires. Voor 2023 gaat het om een bedrag van € 4,3 miljoen.
2. Onroerendezaakbelastingen (OZB)
Om gelijke tred te houden met de inflatie, zoals de afgelopen bestuursperiode gebruikelijk was, zou de opbrengst van de OZB geïndexeerd moeten worden met de consumentenprijsindex (CPI). De berekende CPI is 6,9% op basis van de maartcijfers van het Centraal Plan Bureau. Indien dit aan de burgers wordt doorberekend, is dit een forse stijging van de lastendruk. Er dient een afweging gemaakt te worden tussen het dekken van de verwachte prijsstijgingen en de doorberekening hiervan aan de burgers. Bij de begroting 2023 kunnen de indexaties vastgesteld worden.
3. Overige ongebonden heffingen
Onder de overige ongebonden heffingen vallen de logiesheffing, de hondenbelasting en de precariobelasting.
a. Logiesheffing
De logiesheffing bedraagt momenteel € 2,00 of € 0,75 per persoon per nacht. Indexatie met het CPI-percentage levert enkele centen verschil op. Op de logiesheffing vindt daarom geen indexatie plaats, maar kan bij elk jaar een afweging plaatsvinden of een meer schoksgewijze verhoging gewenst is. Of we deze tarieven voor 2023 handhaven, wordt besloten bij de Begroting 2023.
b. Hondenbelasting
In de periode 2019 -2022 is vanuit de beleidswens Hondenbelasting de hondenbelasting per hond tijdelijk verlaagd. Omdat het hier incidentele middelen betrof, vervalt deze verlaging vanaf 2023. Op basis van het meest recente, bekende aantal honden en de begrote opbrengsten, maar ook de bestuurlijke wensen op de wenselijkheid van het instrument van de hondenbelasting zelf, zal het tarief 2023 definitief worden bepaald.
c) Precariobelasting
Ook de precario inkomsten worden meestal verhoogd met de CPI-index. Bij de begroting kan de definitieve indexatie vastgesteld worden.
4. Indexatie nieuwe taken servicegemeente
Vanaf 2022 is de gemeente Dordrecht de servicegemeente voor de regio. Omdat besloten is het eerste jaar as-is door te gaan, wordt ook de indexatie-berekening voor de doorbelasting aan de gemeenten in stand gehouden. Deze wijkt enigszins af van de interne doorberekeningen. Gedurende 2022 wordt dit traject onderzocht, waarbij de indexaties gelijk gaan lopen.
Onderdeel II: Geen effect op het begrotingssaldo (gebonden heffingen)
De gebonden heffingen betreffen heffingen die worden geheven ten behoeve van een specifieke doelstelling. Uitgaven van deze opbrengsten zijn hieraan gebonden. Desbetreffende heffingen mogen niet meer dan kostendekkend zijn. De gebonden heffingen zijn onder andere afvalstoffenheffing, rioolheffing, parkeertarieven, bouwleges, reinigingsrecht en lijkbezorgingsrechten.
Om gelijke tred te houden met de inflatie zouden deze heffingen met de CPI van 6,9% verhoogd moeten worden. Ook hier dient de afweging gemaakt te worden of de heffingen met deze stijging verhoogd worden of dat er een aangepaste indexatie gehanteerd wordt. Bij de Begroting 2023 kunnen de indexaties vastgesteld worden.